De Griekse Y

‘Ruim jij je schoenen nooit op?’, voorziet het kind het manmens van wat opbouwende kritiek. Hij heeft vandaag voor het eerst kennis gemaakt met haar. Spannend vond ik het niet, het lange voortraject deed me wennen aan deze situatie. Wel heb ik er lang over nagedacht. Het is de eerste keer dat ik mijn kleine meisje voorstel aan een verliefdheid. Want dat is het inmiddels.

We hadden een aantal sociale uitstapjes van ons werk al in de eerste week. Wim had nog geen auto dus lifte graag mee. En ik houd er niet van om in mijn eentje grote groepen aan te doen dus ook ik vond het praktisch. Erg fijn zelfs. En gezellig. Gevaarlijk ook. Eenmaal liet ik hem rijden namelijk, en had na precies zes seconden spijt. Na het uitparkeren aan de verkeerde kant van de weg miste hij op een haartje na een fietser omdat zij uitweek naar de stoep, zich een hoedje schrikkende. Zijn rustige reactie ‘tsja, ze zag toch dat ik eraan kwam…’ maakte mij enigszins gespannen. Onze rijvaardigheid matchte enorm, fraai begin.

In de stortregen vierden we een middagje teambuilding middels lasergamen. Alhoewel wij het beide naar ons zin hadden, was de stemming ietwat neerslachtig. Toen een collega monotoom ‘allemaal leuk en aardig die oorlog, maar ik ben doorweekt en heb honger’ verkondigde, werd het eindsein gegeven en werden we naar een wel heel bijzonder restaurant geleid. Een steakhouse waar om de haverklap omgeroepen wordt dat gevierd moet worden dat Roelie 65 is geworden, Gijsbert zijn been uit het gips heeft en Henk zijn prostaat het weer naar behoren doet, waarna de bediening al joelend een rondje door de zaak danst en er cowboys en indianen tevoorschijn komen. Vergeet ik bijna de lichteffecten te noemen.

Wim en ik zitten naast elkaar. Bijna op elkaar want het eetbedrijf siert zicht met bankjes en we zijn met meer mensen dan waar het bankje voor dient. Vinden we niet erg. Teambuilding ten top. Toch blijft het wat rustig aan onze tafel. Samen met Wim speel ik ‘de slimste mens’ op mijn telefoon. Ik typ, hij geeft de antwoorden. Als ik iets sexy vind, is het wel een man die dingen weet (en boten en koffiezetapparaten, dat terzijde). Wij builden, het team vergeten we. Wanneer ik naar hem opkijk en zijn ontzettend knappe linkerkant zie (rechts is ook mooi, maar op links zit het kuiltje in zijn wang) voel ik het in mijn buik. Mijn hoofd krijgt daarop door dat ik mijn best ga doen voor deze Limburgse knapheid.

Na het eetfestijn breng ik hem naar het station. Achteraf kan ik zeggen dat we beide de spanning voelen. Ik vind dat hij iets moet doen, gevalletje jagers & verzamelaars. Laat mij maar verzamelen. De kou zit nog in me van het kunstmatige gevecht in de regen die middag en dat spreek ik uit. De jager pakt mijn hand om die op te warmen. Om hem vervolgens niet meer los te laten. Lieflijk wel. Toch win je daar de oorlog niet mee. Bij het station aangekomen parkeer ik de auto op ‘ons plekje’. We kijken elkaar aan. Ik brabbel wat en kijk overdreven casual naar het achterraam zodat onze gezichten zo een beetje tegen elkaar aanzitten. We kijken elkaar aan en ik opnieuw voel ik het in mijn buik. ‘Fijne avond’, zegt hij en stapt uit.

Wanneer Wim weer weg is vraag ik Cato wat ze van hem vond. ‘Ja leuk haar wel, en die Griekse Y kan ik gewoon verstaan’.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.