Deel 19: Bij de huisdokter

‘Tringgggg’. Ik druk op de bel van de huisdokter. Huisdokters eigenlijk, er hebben er zich hier een aantal bij elkaar gevoegd in een praktijk. Om 8.20 uur heb ik de afspraak en ik ben uiteraard te vroeg. Je laat een dokter immers niet wachten. Het duurt even voor er wordt open gedaan. De baliemevrouw kijkt me aan, ik kan haar emotie niet goed plaatsen. ‘De deur is open hoor, je moet gewoon duwen’. Dat gewoon mag ze wel weglaten, bij mij thuis bel je aan. Dat is pas gewoon. Ik stap binnen en een wachtkamer vol mensen kijkt mij aan. Ik voel me ongepast belangrijk, mompel een goedemorgen en neem plaats.

Ik kijk naar de wachtende populatie en verzin er kwalen bij. Sommigen laten zich makkelijk raden; een student met vermoedelijk chlamydia, de oude vrouw met rollator loopt moeilijk, de zakenman heeft slaapproblemen of een gefaalde ooglidcorrectie beidezijds en de mevrouw aan de overkant is depressief. Dat is ze al heel lang, ze heeft van die rimpels die uitlopen vanuit een ontevreden gelaatstrek. Rottig hoor. Ik ben blij met mijn abces. Of pukkel. Of naar buiten vluchtende lintworm. Wat het ook moge zijn.

Een Surinaamse meneer van in de zestig komt de praktijk binnen. Redelijk luid sneert hij naar de baliemevrouw ‘ja jij was het niet!’. ‘Pardon meneer, kan ik u helpen?’, zegt ze gemaakt vriendelijk. ‘Ik heb gisteren vijf keer gebeld en jou had ik dus niet aan de telefoon want er werd niet opgenomen’, voegt hij aan zijn sneer toe, nog altijd vrij luid.
‘Dat kan gebeuren meneer, op maandagen is het altijd heel druk. Het kan zijn dat u dan wat langer moet wachten als u belt.’
‘Nou ik dacht ik kom wel hier naartoe want dat bellen schiet dus niet op’.
‘Dat kan ook, u wilt een afspraak met de dokter?’
‘Ja kan ik daar gaan zitten?’, hij wijst naar ons allen. Iedereen volgt het gesprek.
‘Nee meneer, de dokter is nu te druk. Ik kan wel een afspraak maken voor morgen’.
Ik vind dat raar want ik wilde morgen komen maar dat kon niet. Ik besluit me er maar niet in te mengen.
‘Ik kan alleen nu, ik ben ook druk’, antwoordt de man resoluut. De baliemevrouw negeert het antwoord, ze is duidelijk wel wat gewend. Rustig zegt ze ‘morgenvroeg half negen?’. ‘Nee dan kan ik niet, veel te koud zo vroeg.’ Van binnen grinnik ik, best leuk deze praktijk. Om me heen staart iedereen aandachtig naar de grond en de jongen met de soa naar zijn mobiel. Ik vermoed dat hij een lijstje met te informeren meisjes aan het vastleggen is. ‘Overmorgen dan?’ oppert de baliemevrouw nog steeds rustig. ‘Nee doe maar morgen’, zegt de man. De baliemevrouw knikt. ‘Mag ik u vragen wat uw klachten zijn?’. Iedereen kijkt op, zelfs de jongen met de mobiel. ‘Mijn tenen doen echt pijn, ze branden gewoon, niet de hele tijd. Ineens.’ En weer neer, we hadden op iets spannenders gehoopt. ‘Ziet u ook iets aan uw tenen? Zijn ze rood, of dik, of zitten er blaren op?’ ‘Nee’. ‘Ok dan heeft u morgen om half negen een afspraak.’ De man draait zich om en neemt naast mij plaats. De baliemevrouw fronst even en richt zich weer op haar beeldscherm. Ik lach de man vriendelijk een goedemorgen toe. ‘Koud hè?’ vraag ik.

Eindelijk ben ik aan de beurt. Ik heb de huisdokter maar eens eerder gezien. Zodra we in de spreekkamer zitten tuurt ze naar haar scherm. ‘Euhhh, je bent hier nog niet eerder geweest he?’. ‘Nee klopt’. ‘Maar ik heb je al wel eens gezien toch?’. ‘Ja met mijn dochter ben ik hier geweest’. ‘Ok. Moet ik dit doornemen? Is er iets wat ik moet weten?’, vraagt ze wijzend op het scherm. ‘Nee hoor, ik voel me kiplekker. Met mij is niets aan de hand. Nouja, bijna niets’ antwoord ik. De dokter kijkt mr vragend aan, ‘Wat zijn de klachten?’
Ineens voel ik me ongemakkelijk. Vanmorgen had ik geconstateerd dat mijn bobbel niet zo ernstig meer was. Maar afzeggen is ook zo gek. Straks is het zojuist in de wachtkamer nog verder geslonken. ‘Nou. Ja. Kijk. Een week geleden was er niks. En toen ineens kwam er iets. Eerst dacht ik het is een pukkel ofzo. Nu heb ik nooit pukkels, ook niet daar. Maar ik ben bekend met het fenomeen. En toen begon het te groeien. En ineens was het heel groot. En ik slaap op mijn buik ziet u, met mijn armen onder me. Dat klinkt wellicht wat vreemd maar volgens mij is het redelijk gangbaar. En dat ging ineens niet zo fijn meer’. Ik merk dat ik afdwaal en word een beetje rood. ‘Nouja, nu is het eigenlijk sinds gister ineens al wat minder. Maar de afspraak stond natuurlijk al. En tsja, misschien moet u gewoon maar even kijken. Ik ben er nu toch’ ratel ik. Snel voeg ik er nog een ‘spannend hè?’ aan toe. ‘Nou het klinkt inderdaad wel spannend’ zegt ze glimlachend. ‘Waar zit het precies?’ Ik wijs naar het plekje te midden onder mijn borsten. ’Ga maar even liggen’ zegt ze en wijst naar een dokterstafel. Of doktersbank. Ik vraag me af hoe het heet. De tandartsstoel is veel bekender, of behangtafel, massagetafel, roulettetafel. Allemaal duidelijk. ‘Sorry, dit is de flex-spreekkamer, ik heb geen eens papier’, verontschuldigt mijn dokter zich wijzend naar de lege rol aan het uiteinde van de ziekenbank. ‘Ik ga ervanuit dat dat ook niet nodig is’ zeg ik. Ik trek mijn jas en trui uit en doe mijn bh wat omhoog. ‘Oja ik zie het’ zegt ze verbaasd. Yes, het bestaat nog! Ze voelt, drukt en knijpt een beetje. ‘O er zit flink wat onder’. Jaja, ik ben hier niet voor niks. ‘Het heeft daar natuurlijk ook alle ruimte.’ Oei nu klinkt ernstiger dan ik dacht. ‘Maar het is niks hoor, gewoon laten zitten gaat vanzelf over’. Wat een anti-climax. Nog geen pleister. Ik trek mijn trui en jas weer aan. ‘Nou, ik hoop dat dit dan voor wat afwisseling op uw spreekuur zorgt. Bedankt en een fijne dag’. De Surinaamse meneer zwaait vriendelijk als de wachtkamer door naar buiten loop.

  1 comment for “Deel 19: Bij de huisdokter

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.