Rijtuigbak (deel 1)

‘Laten we naar het strand gaan!’, probeerde ik het kind te enthousiasmeren. In de ochtend is zij niet op haar allerbest. Maar de influencer in mij floreert. Het kind is akkoord. We gaan naar het strand, mits we eerst nog even blijven chillen. Mits ze niet hoeft te douchen. Mits we naar een strandtent gaan. Mits James Hond mee mag. 

Zo zaten wij, enkele uren later, incluis James Hond in de auto op weg naar het strand. Gezien het kind vrij onderhevig is aan stemmingen de laatste tijd mag ‘kinderen voor kinderen’ op en wordt er geen podcast beluisterd. Gelukkig zijn haar lievelings -jaren 80/90- hits dus we zingen samen ‘ik ben toch zeker sinterklaas niet’, ‘ik krijg tieten’ en ‘hij moet de ezel zijn’. Ineens kijkt Cato somber. Ik zet de muziek zachter en vraag wat er scheelt. ‘Ik weet het niet, mijn hele lijf zegt dat ik moet huilen maar ik weet niet waarom’, zegt ze snikkend. Vanwege de beperkte mogelijkheden haar te knuffen tijdens het rijden begin ik wat te kletsen. ‘Hormonen liebe, wen er maar aan. Die ellende duurt voort totdat je een omaatje bent’. De influencer in mij is inmiddels naar de achtergrond verdwenen. 

‘Wat heb ik hier nou weer aan?!’ bekritiseert ze me. 

‘Tsja. Uiteindelijk zul je kindekes kunnen baren en ben je er blij mee’, antwoord ik haar, wetende dat ze dol is op kinderen en met regelmaat zegt dat ze niet kan wachten later alleenstaande moeder te zijn.

‘Krijg jij nog een baby?’, vraagt ze daarop.

Gaan we weer…

‘Nou, dat denk ik niet. Dan moet het allemaal wel snel gaan gebeuren. Ik ga het niet weer alleen doen en een leuk en vrijgezel manmens vinden die we willen houden lijkt tamelijk onmogelijk. Daarnaast vind ik jou perfect dus dan zou het ook vast tegenvallen’, ratel ik. Haar vraag maakt me wel nieuwsgierig.

‘Maar stel he, wat wil je dan liever, een broertje of een zusje?’ vraag ik haar dan. Een poosje is het stil. Dan steekt ze een vinger de lucht in en zegt: ‘een transgender! Want dan heb ik een beetje van allebei’. Het kind is zo van deze tijd. Adaptatie alom, Darwin zou trots zijn. Dat zeg ik; perfect. 

Op het strand vermaken we ons goed. De zon schijnt, de hond rent gezellig om ons heen, plast tegen zandkastelen en over achtergelaten kleding van zwemmers, we eten een patatje en bewonderen de zee. Uitgewaaid stappen we de auto weer in. Ditmaal wint de podcast en de terugreis verloopt lekker vlot. Nog een bochtje verwijderd en we zullen het huis van James hond, opa & oma zien. Klabam!!! Een harde knal doet ons beven. Gevolgd door een hard klepperend geluid rechts achter wat aanhoudt. Meteen stop ik de auto. De hond draait onrustig rondjes om zijn as. Gespannen kijkt het kind me met grote ogen aan.

‘Niks aan de hand’, stel ik haar gerust ondanks dat ik geen idee heb wat er aan de hand is, ‘Ik ga even kijken wat er gebeurd is, ik heb vast wat geraakt, blijf maar even zitten’. Gehoorzaam knikt ze met tranen in haar ogen terwijl ik naar buiten stap. Om de auto heen lopende zoek ik een paaltje of ander object dat ik over het hoofd heb gezien. Ik zie niets. Ook geen schade aan de auto in de vorm van een deuk of een kras. Vreemd. Toch zit het deel boven het wiel los. Waarschijnlijk maakt dat zo’n herrie. Ik besluit om weer in de auto te gaan zitten en het kind naar opa en oma te brengen, zodat zij getroost kan worden, de hond thuis is en ik rustig de auto kan bekijken. Beetje dukttape en naar huis vermoed ik. Als het weekend voorbij is zien we wel weer verder. In de eerste versnelling rijd ik naar het huis. Er klinkt een bende herrie. Maar wat kan er gebeuren? Lopend ben ik nog sneller.

Zodra we de oprit opgerold zijn rent het kind oma’s armen in. ‘Er is iets heel ergs met de auto gebeurd’, zegt ze dramatisch wanneer we het huis betreden. Paniek in de ogen van Oma Dirkje. Snel leg ik uit wat er gebeurd is. Het kind krijgt wat chips voor de schrik en vergezeld door opa Simon loop ik naar de auto. ‘Kijk, hier zit deze flap los maar verder zie ik eigenlijk niets’, zeg ik terwijl ik op de zijkant van de auto tik. Opa Simon heeft niet veel tijd nodig om te zien wat er aan de hand is. ‘Als je eerst eens kijkt naar dat wiel hier’, zegt hij terwijl hij naar het linker achterwiel wijst. ‘En dan naar dit wiel’, wijzende op het rechter achterwiel.

Nu zie ik het. Dat ik dat niet eerder zag! Rechts achter leunt de auto op het wiel, er zit vrijwel geen ruimte meer tussen het wiel en het stuk auto boven het wiel. Mijn dukttapeplan valt in duigen. Beduusd loop ik naar binnen om de anwb te bellen. 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.