De sleutel tot geluk

Na een moeizame heenreis voel ik me snel weer op mijn plek. Ik logeer bij Francesco, in een appartement met hoge plafonds in het midden van het centrum uitkijkend op de dom. Ik voel me intens gelukkig wanneer ik na het ontwaken uit bed kruip, op het balkonnetje in de zon ga zitten en luister naar de mensen die voorbij lopen.

Tijdens mijn vorige reis die ik alleen maakte heb ik Francesco beter leren kennen. Al spendeerde ik enkel de laatste twee dagen in mijn favo stadje, het was memorabel.

Ondanks dat, en mijn hormonen, wil ik verder trekken. Het stadje waar ik een paar jaar geleden verliefd op werd bezwijkt momenteel bijna onder de drukte;  het schattige strandje staat vol ligbedden met parasols. De buggy’s ketsen tegen je hielen en in de smalle straatjes worden op elke hoek foto’s genomen.

Ook mijn vakantievriend staat op instorten. Inmiddels heeft hij meer dan 100 dagen achtereen gewerkt, van ‘s ochtends vroeg tot na middernacht. Zijn restaurant is elke dag afgeladen. De tijd die hij vrij neemt om bij mij te zijn wordt opgevuld met eten en drinken, en moeilijke conversaties. Hij Italiaans, ik Engels. Ik word voorgesteld aan het gehele dorp en al begrijp ik redelijk wat, goede gesprekken in het Italiaans zijn aan mij niet besteed. Toch genieten we van elkaar en beloven we elkaar weer op te zoeken wanneer we afscheid nemen. Terwijl we dit bespreken tegen elkaar aanhangend op een druk (schuin aflopend) plein hoor ik geschreeuw achter me. Wanneer ik omkijk zie ik mijn rolkoffertje naar beneden rijden, met een aantal mensen erachteraan hollend. Leuk gezicht wel, ik voeg me bij de bende en bedank hen vriendelijk.

‘Tot in de pruimentijd’, zeg ik na de laatste kus waarna ik me omdraai en mijn reis vervolg, de prachtige lange Italiaan verbaasd achterlatend. ‘I don’t understand niente!’ roept hij nog lachend met zijn armen wijd gebarend in de lucht.  

Nadat ik in een huisje aan zee tot rust gekomen ben op een plek zonder touristen, besluit ik het binnenland te gaan verkennen. De laatste dagen wil ik vullen met heerlijk eten en wijn, wandelen en lezen. Kortom; ik wil voortzetten wat ik gestart ben. Mijn verwachting is dat het binnenland minder in trek is bij vakantiegangers. Ik heb expres een wat authentiek ogend onderkomen uitgezocht; een soort landhuis met dieren en losse onderkomens op het erf.

Wanneer ik aankom lijkt mijn voorspelling te kloppen. Een idylisch wijd uitgestrekt landgoed met een prachtig uitzicht over de heuvels doemt voor mij op. Ik word verwelkomt door zowel hond als kat, alsmede de eigenaresse van het geheel. Zij wijst me naar mijn slaapplek en praat honderduit over de omgeving en haar persoonlijke historie. Nog geen half uur later vertelt ze snikkend over haar familie-omstandigheden en troost ik haar zonder oplossend vermogen. Een wijntje verder zijn de tranen opgedroogd en komt er een, wat later blijkt, stel uit Malta aangelopen. Meteen vragen zij of ik hier ook voor het festival gekomen ben. Onwetend laat ik me bijpraten; de man blijkt een drummer te zijn in een van de bands en vandaag is alweer de laatste dag van het 4-daagse feest. Allemaal leuk en aardig, ik kom hier voor mijn rust.

Niet veel later zit ik met de Maltesers in een klein restaurantje. Het hele dorp is versierd met lampionnen en er hangt een feestelijke stemming. Iedereen eet en drinkt op straat en de voertaal is Italiaans. Wij zitten in een steegje, het is inmiddels donker, de wijn vloeit en de verhalen stromen. Allerlei gerechten passeren onze tafel en ik voel me gelukkig. Wat ben ik toch een bofkont dat ik zoveel fijns mee mag maken, zoveel lekkers tot me mag nemen en al die mooie mensen mag leren kennen. En nee, dit is niet enkel de wijn die spreekt. Wanneer de hilarische en tragische verhalen elkaar veler malen afgewisseld hebben besluiten we te gaan. Of ik misschien nog even naar het festival wil, we zijn er nu toch.

Wanneer we rond middernacht het dorpje doorkruizen zie ik overal kinderen op straat. Nog altijd is iedereen feestelijk aan het eten en drinken (en roken); hoe komt het toch dat je hier niet de agressieve schreeuwende sfeer hebt die we in Nederland vaak zien bij dorpsfeesten? Het geluid van de menigte die kletst is heerlijk en wanneer we bij een poort van een kasteel aankomen krijg ik een bandje en lopen we de rij voorbij. Eenmaal in de binnentuin aangekomen doet de omgeving sprookjesachtig aan; projecties op de muren (niet dat de 7 dwergen ook met een beamer ergens op een muur tevoorschijn kwamen, maar denk aan het mooie speelse lichteffect), hoge bomen, op de achtergrond de bergen. Samen met mijn nieuwe vrienden genieten we al dansend van de muziek. Totdat zij naar huis gaan, ze zijn moe van alle optredens en lange nachten. Ik besluit te blijven en vermaak me goed.     

Tijd om te gaan. Nog net niet huppelend koers in naar mijn auto. Die ik zomaar in een keer terug vind. Gesterkt door dit wonder zoek ik middels de airbnb app het adres op. Ik vind rijden heerlijk, totdat het donker wordt. Hetzelfde heb ik met fietsen en bewegen in algemene zin. Ik zie niet veel ‘snachts en al is het een deugd niet te weten wat de dag je brengt, de nacht is een heel ander verhaal.

Na een aantal pogingen geef ik het op, de eigenaresse heeft het adres niet in de app gezet. Dit is waarschijnlijk ook de reden waarom ze bij mijn aankomst elders afsprak en ik haar maar moest volgen. Ik heb hier niet bij stilgestaan. Maar, op gevoel komen we er vast ook wel.

Een half uur later zit mijn auto vast op een berg met enkel bomen en lichtjes in verste verte. Al die zijweggetjes ogen hetzelfde en google geeft me geen aanwijzingen. Wanneer ik uitstap en in de felle lichten probeer mijn voorwielen uit te graven merk ik dat dit geen zin heeft. Achteruit is natuurlijk ook nog een optie! Gewoon even niet aan de steile afdaling hiernaast denken.

Ik hoor enkel luid gekras en na nogmaals uitstappen besef dat er een struik achter de auto staat met een stam als een boom. Kortom; ik kan geen kant op. Jaja, ik wilde zo nodig avontuur. Maar ik wilde ook lekker slapen. In een bed.

Ik besluit dat er niets anders op zit dan te gaan slapen in de auto. Het is inmiddels een uur of 3 in de nacht en een dutje doen kan geen kwaad. Nu is slapen niet een van mijn kwaliteiten maar zodra het licht is ga ik te voet op zoek naar wat mijn onderkomen behoorde te zijn. Ik nestel me op de achterbank (ik ga binnendoor want ineens is buiten zijn geen optie meer). Daar lig ik dan, met van die gordelinsteekdingen in mijn rug en slapeloosheid in mijn hoofd. Misschien moet ik ook gewoon gaan lopen, ik houd immers van lopen! Wat me tegen houdt is de donkerte, er is echt niets te zien buiten. De zandweg met keien her en der wandelt toch wat minder op slippers. En daarnaast, wie weet wat al die zwerfhonden doen. Ik weet niet hoe lang ze al niet gegeten hebben en mijn Covid vaccin beschermt me niet tegen alles.

Wilde katten, vliegende cavia’s, reuzenspinnen. Geen idee wat hier rondhangt. Nee, ik blijf binnen.

Na een kwartiertje pak ik mijn telefoon erbij. Ik open ‘nu.nl’ omdat ik dat altijd open wanneer ik mijn telefoon pak. Meteen verschijnt het volgende bericht in beeld: ‘Jongen (19) komt vanwege onbekende reden om tijdens wandeling in Italië’. Kijk, dat zal wel zo’n inheems dier zijn. Of misschien de hitte. Het is hier ‘snachts nog 27 graden, misschien sterf ik wel als ik nog slaap en de zon opkomt. Ja, dan verbrand ik levend. Nog eenmaal besluit ik de omgeving op google helemaal uit te pluizen.

Bij toeval valt mijn oog op de naam van houder van de bed & breakfast. Blijkbaar staat deze wel vermeld op google maps. Twee maal zelfs, al weet ik meteen welke de juiste is. Ik moet er dichtbij geweest zijn maar had blijkbaar nog naar links gekund waar ik tegen een groot hek aanreed. Volgens maps is het 16 minuten lopen. Dat is toch wel een eindje hier in de donkere wildernis. Maar hee, wat kan er nou eigenlijk gebeuren? Mensen kom je hier niet tegen en die honden hebben vast wel wat beters te doen. Ik besluit het erop te wagen. Rennend zal het wel sneller zijn. Op slippers in een rood zomerjurkje ren ik alsof mijn leven ervan afhangt ren ik de berg af. Ik kijk alleen naar beneden om niet op de grote keien te stappen en schijn bij met de zaklamp van mijn telefoon. Hijgend kom ik bij de grote weg aan die ik moet oversteken. Niet denken aan al die jongeren die aangereden werden in de breakfree afleveringen, gewoon gaan. Zonder vaart te minderen ren ik door, totdat ik weer het hek bereik waar volgens maps een weg afsplitst. En jawel, het klopt. Lachend ren ik verder tot ik uiteindelijk het terein bereik. De hond rent kwispelend op me af zonder te blaffen. Na hem vriendelijk begroet te hebben kom ik bij mijn deur aan. I made it!

Jammer dat deze op slot zit en de sleutel in de auto ligt.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.